Wie naar Maleisië gaat, gaat vaak vooral om te genieten van de mooie groene natuur. Zo heeft Maleisië met de jungle van Taman Negara het oudste regenwoud ter wereld, een goeie 130 miljoen jaar. Hier leven behalve een kleine groep tijgers en olifanten, ook de inheemse stammen van de Orang Asli. Deze bevolkingsgroep zijn de oorspronkelijke bewoners van het land en mogen als enige in het nationale park van Taman Negara wonen.
In Kuala Lumpur is het vooral je ogen uitkijken naar de hoge wolkenkrabbers, met natuurlijk als ultieme hoogtepunt de Petronas Towers, letterlijk en figuurlijk. Deze twin-towers zijn te vinden in het KLCC Park en zijn de eyecatcher van de stad. Bezoekers kunnen ook naar boven tot de brug die de twee torens met elkaar verbind. Let wel op dat er maar een maximaal aantal personen per dag omhoog mag, dus wees er vroeg bij!
In Kuala Lumpur staat ook de Nationale Moskee. Ongeveer 60% van de bevolking van Maleisië is moslim en je zult op straat dan ook een enorme variatie aan gekleurde hoofddoeken tegenkomen. Een leuk gezicht. In de moskee, gebouwd ter eren van de koning en koningin, zijn ook niet-moslims welkom, zij het in een speciaal paars bezoekersgewaad. De moskee straalt een serene rust uit en is een bezoekje waard. De toegang is gratis.
Op Borneo is het bijna een andere wereld dan op het vaste land van Maleisië. Hier wonen veel minder mensen en merk je dus ook weinig van de verkeerschaos die er bijvoorbeeld in Kuala Lumpur elke dag is. Borneo is werkelijk waar prachtig een veel toeristen komen er dan ook naartoe om de uitstekende onderwaterwereld te gaan verkennen of om wildlife te spotten in de jungle.
Het eiland Penang mag door food-lovers niet overgeslagen worden. Hier vind je restaurants voor elk budget en diverse keukens.
In het regenwoud nabij het stadje Sandakan en rondom de rivier de Kinabatagan leven vele diersoorten waaronder de bedreigde orang oetans en pygmy olifanten. Tijdens een riviercruise, die vaak vanuit de lodges vertrekken, kun je met een gids op pad gaan om wildlife te gaan spotten. Zo ontdek je wellicht de neusaap, langstaart makaak, een Chinese kraanvogel, verschillende soorten slangen en met veel geluk dus ook orang oetans en pygmy olifanten.
In een metropool als Kuala Lumpur, met vele invloeden vanuit andere culturen, is een grote verscheidenheid op culinair gebied te vinden. Van chique restaurants tot kraampjes langs te weg. Wees met het laatste wel voorzichtig en eet alleen eten waarvan je kunt zien dat het vers bereid wordt. Fruit dat voorverpakt is wordt absoluut afgeraden te eten.
Verder eet men in Maleisië vooral rijst en noedels en dit vaak in combinatie met garnalen of kip. Ook is een pittige tomyam soep, een combinatie van al het voorgenoemde, een populair gerecht. Omdat het land voornamelijk moslim is, zal je geen of nauwelijks varkensvlees op het menu vinden in restaurants. Vis wordt er wel veel gegeten, in alle vormen en maten.
Uit eten is trouwens goed te betalen in Maleisië en zelf boodschappen doen om te koken is dan ook niet gebruikelijk. Let wel op met water drinken. Doe dit namelijk niet uit de kraan, maar koop een flesje. Ook deze zijn erg goedkoop.
Dé ultieme plek om in Kuala Lumpur wat te gaan drinken is de Skybar van het Traders Hotel in het KLCC Park. Vanaf de bar op de 33e verdieping heb je namelijk een front row view op de Petronas Towers. Je doet er slim aan om hier een tafeltje te reserveren, want deze cocktailbar is erg populair onder locals en toeristen!
Bron: www.verkeersbureaus.info